Zolang we nieuwsgierig zijn, blijven we leren.

Silvia Brouwer straalt in alles vitaliteit uit. Ze is moeder, sportvrouw, onderzoeker en sinds een jaar practor vitaliteit bij Alfa-college. In die hoedanigheid is Silvia betrokken bij de Vitaliteitscampus en richt ze zich op de ontwikkeling, toepassing en verspreiding van kennis op het gebied van vitaliteit, zowel binnen Alfa-college als erbuiten. Ook houdt Silvia zich bezig met praktijkgericht onderzoek en onderwijsontwikkeling, bijvoorbeeld door vitaliteit in te passen in de onderwijspraktijk. Ze acteert op verschillende levels, schakelt tussen bewoners in de wijk en besturen, tussen docenten en studenten. Dit vraagt om een flexibele houding en een flinke dosis nieuwsgierigheid. En op een brede blik op het thema gezondheid, een belangrijke enabler binnen de Vitaliteitscampus.

 

“Gezondheid is meer dan alleen niet-ziek zijn”, stelt Silvia. “Ook mensen met diabetes of met obesitas, zelfs met kanker kunnen zich ondanks hun ziekte gezond voelen, omdat ze veerkrachtig zijn en daar energie uit putten.” Hiermee verwijst ze naar het gedachtegoed Positieve Gezondheid van Machteld Huber. Het is een manier om breder naar gezondheid te kijken. Het accent ligt hierbij niet op ziektes of beperkingen, maar op mensen zelf, op hun veerkracht, op zingeving en zelfmanagement. Wat geeft je leven betekenis? Waar word je warm van? Waar kom je je bed voor uit? Hier gaan we nog te vaak aan voorbij.

“We beginnen bij onze eigen studenten”, zegt Silvia. “We willen hun vitaal krijgen, onder andere door ze al tijdens hun studie die brede blik op gezondheid mee te geven.” Daarmee werkt het practoraat vitaliteit niet alleen onderzoekend, maar ook ondersteunend aan het onderwijs. “We hebben docenten – degenen die dat zelf graag wilden – opgeleid in het gedachtengoed van Positieve Gezondheid en samen ideeën gegenereerd over hoe we dit in het onderwijs kunnen laten landen”, licht ze toe. “Met die ideeën gaan de docenten zelf aan de slag. In het practoraat onderzoeken – monitoren – we vervolgens wat het daadwerkelijk oplevert, voor het onderwijs, maar vooral ook voor de studenten, voor henzelf en in het uitoefenen van hun beroep.”

“Het practoraat draagt bij aan onderwijsvernieuwing door kennis te benutten en door gezamenlijk nieuwe kennis te ontwikkelen.”

De Vitaliteitscampus streeft de positie na van expertisecentrum op het gebied van vitaliteit, waar iedereen terecht kan met vraagstukken. Het practoraat levert hierin een belangrijke bijdrage als vliegwiel voor een systematische, evidence-informed manier van werken. “Onderzoek krijgt steeds meer vorm”, ligt Silvia toe. “Afgelopen jaar zijn vier projectleiders aangenomen.” Docent-onderzoekers zoals zij ze noemt. “Zij doen onderzoek en het practoraat begeleidt ze hierbij. Zij zorgen voor de verbinding met studenten. Waar mogelijk, betrekken ze zoveel mogelijk de student in het onderzoek, zodat kennis vanuit het onderzoek direct doorvloeit in het onderwijs. Dus degenen die uiteindelijk baat hebben bij onderwijsvernieuwing zijn er direct bij betrokken.”

“Idealiter”, zegt Silvia. “Want de heersende perceptie is helaas nog steeds dat onderzoek op de universiteit thuishoort en niet in het Mbo.” Silvia kent beide werelden en ziet juist een belangrijke rol weggelegd voor onderzoek in het Mbo. Hiervoor heeft Silvia samen met HRM, LONT en Onderwijs & Kwaliteit eerst een onderzoeksvisie bepaald. “Ons onderzoek is praktijkgericht, maar niet minder systematisch of onderbouwd dan ergens anders”, verklaart Silvia. “Hierbij vind ik het belangrijk dat we altijd drie bronnen gebruiken: wat er bekend is vanuit de wetenschap, de ervaringen van experts en de doelgroep zelf. Dus in het kader van een visie op onderzoek in het mbo bestuderen we bestaande literatuur over onderzoek in het onderwijs, gaan we in gesprek met experts zoals practoren en lectoren en bevragen we studenten en docenten. Daarnaast praat ik met andere practoren en raadplegen we lectoren en experts van O&K over hoe zij deze thema’s zien.” De gezamenlijke onderzoeksvisie voorkomt niet alleen dat iedereen maar wat doet, maar zorgt er bovendien voor dat studenten een onderzoekende houding ontwikkelen. “Studenten hoeven niet altijd zelf onderzoek te doen, maar we kunnen wel hun onderzoekend vermogen prikkelen”, vindt Silvia. “Bijvoorbeeld dat ze niet alleen even een YouTube filmpje bekijken als ze een gezonde lunch moeten serveren, maar dat ze hun bronnen weten te selecteren en waarderen op betrouwbaarheid. Dat is onderzoekend leren en dat kan een mbo-student heel goed.”

 

“Een systematische aanpak kan heel ontwerpgericht zijn.”
Silvia Brouwer

Volgens Silvia is de toegevoegde waarde van onderzoek in het mbo (en het hbo) dat het praktijkgericht is. “Een vraag uit de praktijk vraagt om een oplossing en het liefst zo snel mogelijk. Dus hoe doe je dat? Daar kun je prima fundamentele wetenschappelijke kennis voor gebruiken, maar je gaat vooral ook ontwerpgericht aan de slag.” Dit sluit aan bij het principe van de 21st century skills, de competenties die studenten nodig hebben om succesvol deel te nemen in de maatschappij van de toekomst. “Het is onze taak om de nieuwe professionals op te leiden, mensen die van nature nieuwsgierig zijn en met een ondernemende en onderzoekende houding.” Een voorbeeld: stel je bent pedagogisch medewerker bij een kinderdagverblijf en je weet dat overgewicht onder kinderen toeneemt. Wat kun je doen om kinderen meer te laten bewegen en ze motorisch vaardig te maken? Hoe doe je dat? Hoe stimuleer je vitaliteit bij anderen in het uitoefenen van je beroep? Dit is meer dan alleen billen afvegen en hapjes geven; het is jezelf afvragen hoe je beweging stimuleert, of een kind voldoende rust krijgt en gezonde voeding, et cetera.”

“Ik ben practor en tolk tegelijk.”
Silvia Brouwer

Het prikkelen van die nieuwsgierigheid is fundamenteel in het onderwijs en tegelijk een enorme uitdaging. Docenten spelen hierin een cruciale rol. Zij zijn de verbinding met studenten en met het werkveld. Silvia ziet hierin het belang van lerende netwerken, dus door omgevingen of vormen te creëren waarin een groep mensen rond een bepaald thema met elkaar verbonden zijn en met elkaar leren. “Je kunt elkaar inspireren, niet alleen als docenten, maar ook juist met studenten en met het werkveld leren in de praktijk. Dat vraagt andere skills van een docent, een student en van het werkveld. Dat we met elkaar leren nog aantrekkelijker maken, door samen de onderzoeksvraag op te halen, samen te experimenteren.” De uitdaging zit in het creëren van een onderzoekende houding bij docenten en studenten en in de samenwerking met hbo en wo. “We kunnen nog heel wat winnen in de waardering voor elkaars bijdrage”, zegt Silvia. “Hier in het Noorden is 60 procent van het werkveld Mbo-geschoold. In de zorg zelfs nog hoger. Er zit enorm veel expertise in deze groep.” Silvia weet uit haar eigen ervaring als wetenschappelijk onderzoeker dat fundamentele wetenschappelijke kennis en expertise uit de praktijk complementair aan elkaar kunnen zijn. “Het pushen van wetenschappelijke kennis is niet voldoende. De praktijk is weerbarstig; het mbo zorgt met haar praktijkgericht onderzoek juist voor de vertaling in hoe je fundamentele kennis in de praktijk kunt toepassen. Waar de wetenschap weer mee verder kan. We hebben elkaar nodig.”

Silvia pleit voor meer wederzijdse waardering. Wat dat betreft is er nog veel missiewerk te verrichten en scepticisme te overwinnen. Daarom is de Vitaliteitscampus een enorme stap in de goede richting. Hier vinden onderwijs, kennisinstituten, overheid, maatschappelijke instellingen en bedrijven elkaar in het gemeenschappelijke doel van een sterke regio. “Als Vitaliteitscampus hebben we een fantastisch netwerk van partners – met kennisinstituten als de Hanzehogeschool, de Aletta Jacobs School of Public Health en het UMCG – dan is het logisch dat je maatschappelijke thema’s als gezondheid en vitaliteit gezamenlijk oppakt, integraal en in alle lagen.”

Het practoraat vitaliteit heeft een termijn van vijf jaar. Binnen die termijn wil het kennis hebben ontwikkeld op drie speerpunten: vitaliteit van de mbo-student, vitaliteit in mbo-beroepen en gezonde woonwijken. “Dat kunnen we niet zonder partners”, verklaart Silvia. “Dit doen we samen met 33 partners uit de regio; met collega’s, met het werkveld en met studenten vraagstukken oppakken, plannen maken en experimenten en pilots opstarten. Stel bijvoorbeeld dat we bij SKSG een ruimte inrichten die beweegprikkels uitdaagt. Wat levert dit op? We leren studenten via het curriculum hoe ze motorische testjes kunnen doen zodat ze tijdens een stage in zo’n ruimte aan de slag gaan om het te meten. Dit past prima in het mbo”, besluit ze. En hiermee breekt Silvia een lans voor praktijkgericht onderzoek én voor samenwerking op het gebied van vitaliteit; Win-win en koren op de molen van de Vitaliteitscampus.

 

 

Blijf op
de hoogte

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang interessante tips en weetjes over vitaliteit. Bovendien blijf je zo op de hoogte van initiatieven op het gebied van vitaliteit in de regio, zoals projecten, evenementen en verhalen.